
Eigenlijk is het zinloos om te vertellen dat Nieuwjaarsdag plaatsvindt op 1 januari. Alleen gaat het dan wel om het nieuwe jaar dat gebaseerd is op de gregoriaanse kalender.
Wat is de gregoriaanse Kalender
De voorloper: de juliaanse kalender
De verschillen
Het verschil tussen beide kalenders is dat ieder jaartal dat deelbaar is door vier een schrikkeljaar is. Daarmee zou een jaar op basis van de juliaanse kalender bestaan uit 365,25 dagen. Het nadeel is dat een tropisch jaar 365,2422 dagen duurt. Dit zorgt ervoor dat een kalender per duizend jaar 7,8 dagen achter zou lopen op de zon. Het systeem van schrikkeljaren is in de gregoriaanse kalender aangepast, zodat dit probleem opgelost moest zijn. Een schrikkeljaar is dan een jaar dat deelbaar is door vier, behalve wanneer het deelbaar is door honderd en niet door 400. Daarmee loopt de gregoriaanse kalender dus eigenlijk maar 0,3 dagen achter op de zon.
Een gregoriaans jaar duurt dus eigenlijk 355,2425 dagen, wat gelijk staat aan 365 dagen, 5 uur, 49 uur en 12 seconden.
Aloisius Lilius
Zelf was de paus niet verantwoordelijk voor het bedenken van de kalender, hoewel zijn naam eraan verbonden werd. De bedenker ervan was Aloisius Lilius (ca. 1510 – ca. 1576). Hij legde dit alles vast in het werk “Compendium novæ rationis restituendi kalendarium.“
Het schrikkeljaar
Hoe zit het dan met een schrikkeljaar? Simpel, dat is een jaar van 366 dagen in plaats van 365 dagen. Februari bestaat dan uit 29 dagen. De extra dag is het gevolg van de verloren uren (zes uur) voor de tropische jaren en een elke vier jaar een compensatie nodig is. Behalve dus wanneer het jaartal deelbaar is door 100 of een veelvoud is van 400.
Dat is allemaal best ingewikkeld wanneer je bedenkt dat je daarmee nog niet eens bent aangekomen bij Nieuwjaarsdag zelf. Ook daar valt het nodige over te vertellen. Waarom is 1 januari het begin van het nieuwe jaar? Ja, vanwege die kalender.
Mensen waren altijd al van mening dat er iets nieuws nodig was. Een nieuwe start of een nieuw begin. In veel gevallen koppelde men dit aan de veranderende seizoenen. Een goed moment vond men het begin van de lente. De oudste bekende voorbeelden zijn de Assyriërs, die de kalender aan het begin van de lente lieten beginnen. Op de eerste dag van de nieuwe kalender werd de koning voor een dag vervangen door een slaaf en daarmee was al het onheil voor een jaar afgewend.
Andere volkeren
Andere volkeren gingen uit van een ander natuurverschijnsel dat belangrijk was. De Germanen vonden juist dat de langste nacht belangrijk was. Dat was het moment waarop de dagen eigenlijk weer korter werden. Vanaf 21 december vierde men het Joelfeest en dit duurde twaalf dagen. Daarmee eindigde dit rond de huidige jaarwisseling.
Met de komst van de juliaanse kalender onder Caesar veranderde er in het Romeinse Rijk meer dingen. Tot die tijd vierde men het nieuwe jaar aan het begin van de lente (rond begin maart). Zodra men de nieuwe kalender ging gebruiken werd dit januari oftewel de maand waarin met de god Janus vereerde. De maanden die wij nu nog gebruiken zijn wat dat betreft raar, want ze zijn afgeleid van de Romeinse namen.
Een andere kalender
De Romeinse kalender zag er eigenlijk heel anders uit. Zo was deze ooit gebaseerd op de stand van de maan en begon deze in maart en eindigde deze met de maand februari. Je moet er nu niet aan denken, maar weken bestonden uit acht dagen. Dat bleef trouwens zo tot aan het jaar 400, toen de christelijke jaartelling ingevoerd werd.
De eerste aanpassing
De eerste aanpassing, omdat het eigenlijk een rommeltje geworden was, vond plaats dankzij een aanpassing door niemand minder dan Numa Pompilius. Zekerheid hebben we niet daarover, want Numa Pompilius is een koning die mogelijk wel of niet geleefd zou hebben ergens tussen 716 en 673 v. Chr. en regeerde over Rome (voordat Rome een republiek werd). Nog een interessant weetje: hij zou de opvolger zijn geweest van Romulus. Daar lees je meer over via deze pagina. Hard bewijs voor deze aanpassing door deze Numa Pompilius is er dus niet. De kalender zag er daarom als volgt uit:
De eerste maand: Martius (maart)
De tweede maand: Aprilis (april)
De derde maand: Maius (mei)
De vierde maand: Iunius (juni)
De vijfde maand: Quintilis (vijfde)
De zesde maand: Sextilis (zesde)
De zevende maand: Septembris (zevende)
De achtste maand: Octrobris (achtste)
De negende maand: Novembris (negende)
De tiende maand: Decembris (tiende)
Ianuarius, Februarius en Mercedonius
- Martius – 31 dagen.
- Aprilis – 30 dagen.
- Maius – 31 dagen.
- Iunius – 30 dagen.
- Iulius – 31 dagen.
- Sextilis – 30 dagen.
- Septembris – 31 dagen.
- Octobris – 30 dagen.
- Novembris – 31 dagen.
- Decembris – 30 dagen.
- Ianuarius – 31 dagen.
- Februarius – 29 of 30 dagen.
- Martius – 31 dagen.
- Aprilis – 30 dagen.
- Maius – 31 dagen.
- Iunius – 30 dagen.
- Iulius – 31 dagen.
- Augustus – 31 augustus.
- Septembris – 30 dagen.
- Octobris – 31 dagen.
- Novembris – 30 dagen.
- Decembris – 31 dagen.
- Ianuarius – 31 dagen.
- Februarius – 28 of 29 dagen.
Nieuwjaar op 1 januari
Zodra de Katholieke Kerk meer en meer invloed kreeg, begon men ook na te denken over de jaarwisseling. Hoe kon men ervoor zorgen dat oude gebruiken en tradities – die men beschouwde als heidens – uitgebannen zouden worden? Er waren naast de oude Romeinse gebruiken tal van oude culturen die een eigen feest hadden. Daarom besloot men dat op 1 januari het Hoogfeest van Maria Moeder van God gevierd moest worden. Dat was de achtste dag na het kerstfeest en was daarmee een octaafdag.
Tijdzones
Wanneer je wel de gregoriaanse kalender aanhoudt dan begint het jaar op 1 januari. Alleen is dat door de verschillende tijdzones voor iedereen op een ander moment. De eerste op de wereld die het nieuwe jaar vieren zijn de inwoners van Kiribati. Ergens in de Verenigde Staten of Canada viert men rond 11 uur Nederlandse tijd op 1 januari dan uiteindelijk de jaarwisseling. Je kunt de verschillende tijdzones zelf bekijken via deze pagina.