Op 25 december is het Eerst Kerstdag, de dag die volgt na Kerstavond/de Kerstnacht. Dit is de dag waarop de christelijke wereld stilstaat bij de geboorte van Jezus Christus.
Oorsprong
Kerstbomen
Eigenlijk gold dit ook voor kerstbomen. De tradities die te maken hadden met kerstbomen hadden eigenlijk niet te maken met de naaldbomen, maar met eiken. Het waren vermoedelijk de Germanen die de bomen een prominente rol gaven tijdens hun midwinterfeesten op de kortste dag (ook wel bekend als de winterwende). Mogelijk dat de bomen verbrand werden wanneer ze te oud werden, al is daarvoor geen hard bewijs te vinden. Vanaf de dertiende eeuw zouden bomen met kaarsen gevuld worden. Dat was alleen niet gangbaar. In de zestiende eeuw kwam het vaker voor dat bomen versierd werden, al was dit meer uitzondering dan regel. Die versieringen bestonden bijvoorbeeld uit appels, koek, suikergoed, kaarsen, glinsterende spullen of gekleurd papier. Pas in de negentiende eeuw begon dit meer voet aan de grond de krijgen in het gebied waar dit oorspronkelijk werd gedaan, in de Elzas. Dat was geheel tegen de zin van de christenen. Zij waren van mening dat een kerstboom niets van doen had met religie, wat strikt genomen ook zo is.
Het waren uiteindelijk de Duitse Lutherse kerken die de kerstbomen als eersten accepteerden. Daarna duurde het lange tijd voordat de traditie buiten Duitsland aan populariteit won. Als eerste werd de traditie overgenomen door de detailhandel in het Verenigd Koninkrijk. Men vond het wel gezellig staan, een kerstboom in de etalage. Vanuit die gedachte ontstond het idee dat dit ook best zou kunnen in een woonkamer. Tegen het einde van de negentiende eeuw was zelfs de Britse koninklijke familie zover dat men toe was aan een kerstboom. Daarna volgde ook het Nederlandse hof. Die acceptatie volgde samen met de acceptatie door de Nederlandse protestanten. De katholieken in Nederland moesten er niets van hebben, omdat het Vaticaan dit niet toestond. Pas in de jaren tachtig zou voor het eerst een kerstboom te zien zijn op het Sint-Pietersplein. Sinds die tijd is de kerstboom ook daar niet meer weg te denken.
De Kerstman
Naast de kerstboom als niet-religieus onderdeel van dit feest is er nog een niet-religieus onderdeel dat verbonden is aan dit feest. Dat is de Kerstman. Een mengeling van de Britse Father Christmas en de Nederlandse Sinterklaas, groot gemaakt door Coca Cola. Hoewel de traditie van de Kerstman ouder is in folklore en in Skandinavië teruggaat tot bijvoorbeeld Joulupukki uit Finland of de Skandinavische kabouters Nisse of Tomte of tal van andere volksverhalen, is het verhaal van de Kerstman zoals we dit vandaag de dag kennen vooral te danken aan “A vist from Saint Nicholas” uit 1823. Dit gedicht geschreven door Clark Moore beschrijft bijvoorbeeld de namen van de rendieren (acht in totaal), die vervolgens aangevuld werden door Robert L. May in het boek “Rudolph the Red-Nosed Reindeer” uit 1939. Daarmee kwam het aantal op negen rendieren.
Het was niet Coca Cola die de figuur zelf bedacht. Het bedrijf was wel verantwoordelijk voor het vergroten van de bekendheid van de Kerstman. Dat begon vanaf 1931. Haddon Sundblom was verantwoordelijk voor het definitieve ontwerp, wanneer je daarvan kunt spreken. Een vrolijke Kerstman zoals we die vandaag de dag kennen. Tot die tijd was er eigenlijk geen sprake van uniformiteit. De een maakte er een goedlachse oude man bij, die veel weg had van Sinterklaas, de ander maakte er een boze man van. Bovendien was de locatie waar hij woonde ook niet uniform. Vanaf 1931 werd dat de Noordpool. Het doel van Sundblom was om Coca Cola te verkopen, dus er moest een relatie zijn met het frisdrankmerk. Vandaar dus rode kleding met witte accenten. Dat kwam mooi uit, want dat werd al gedaan. Dat was niet het idee van Sundblom zelf. Dat had alles te maken met kleuren die al in verband gebracht werden met de kerstperiode.